Een handelsdeal met de Verenigde Staten na de Brexit kan een “ernstige bedreiging” vormen voor de toekomst van Britse boeren, waarschuwt de voormalige ambassadeur van Groot-Brittannië in de VS.

Sir Peter Westmacott, die in Washington diende tussen 2012 en 2016 ten tijde van het presidentschap van Barack Obama, zegt tegen Business Insider dat de regering-Trump de Britten zal dwingen de markten te openen voor goedkoop Amerikaanse vlees als “prijs” voor een nieuwe bilaterale handelsdeal met Washington.

Daarmee bevestigt hij de toenemende zorgen binnen de Britse boerengemeenschap dat een overeenkomst met de VS de Britse landbouwsector zwaar zal beschadigen.

“Op het moment dat kip uit Delaware door heel Groot-Brittannië verkocht zal worden, op grote schaal met hormonen geproduceerd rund- en lamsvlees de concurrentiestrijd aangaat met onze niche-boeren in de hooglanden van Wales en Schotland, dan zullen veel van onze boeren en pluimveeproducenten ernstig bedreigd worden”, stelt Westmacott.

“De geïmporteerde kip mag dan niet erg goed smaken en mogelijk met chloor zijn gewassen, maar de prijs is uitermate concurrerend”, zegt hij. “Dat zal de prijs worden voor een vrijhandelsovereenkomst.”

Op dit moment verbiedt strikte EU-wetgeving om gezondheidsredenen de import van goedkoop geproduceerde Amerikaanse producten als 'chloorkippen', met hormonen behandeld vlees, genetisch gemodificeerde groenten en melk die antibiotica bevat.

Nadat Groot-Brittannië de EU verlaat zal het moeten beslissen of die verboden in stand blijven, maar alles wijst erop dat het voor Washington bij het sluiten van welke handelsdeal dan ook zal draaien om het opheffen ervan.

De Amerikaanse handelsminister Wilbur Ross waarschuwde in november vorig jaar dat het veranderen van de wetgeving een "essentieel onderdeel zal vormen van alle gesprekken over handel" met Londen. Hij zei ook dat Groot-Brittannië ook "onnodige wetgevingsverschillen" met de Verenigde Staten zou moeten wegnemen.

Maar het opheffen van de importbeperkingen zal op tegenstand stuiten van het overgrote deel van de Britse boeren, omdat Amerikaanse producten over het algemeen een stuk goedkoper zijn dan in eigen land geproduceerde goederen.

De Britse minister Michael Gove van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken heeft eerder duidelijk gemaakt dat Groot-Brittannië geen deal sluit waarbij het noodzakelijk is lagere milieu- en gezondheidsstandaarden te accepteren.

"Een toekomstige handelsovereenkomst moet gunstig zijn voor Britse boeren, bedrijven én consumenten", zei Gove vorig jaar tegen BBC Radio 4.